Met meer dan gewone belangstelling las ik onlangs een artikel dat Peter van Brummelen in Het Parool schreef over één van Nederlands scherpste recensisten , de vroeger alom aanwezige en tegelijkertijd onzichtbare Elly de Waard. Daarin verhaalt de Waard over haar vele recensies en de wijze waarop zij uiteindelijk de grootste in Nederland op haar gebied werd. Door vriend en vijand werd zij gevreesd, want wat sommige met hun tong konden, kon zij met pen en papier, de recensies waren over het algemeen niet mals, slechts een enkele keer kon een bandje of artiest haar goedkeuring krijgen. Zij was zeer regelmatig te vinden in de diverse grote en kleine zalen in Nederland. Van het Concertgebouw in Amsterdam tot aan Over de Brug in Gouda, de Waard was een vaste bezoeker. Ik herinner mij een recensie van haar hand waar wij, de Hobo String Band, als zeer goed werden bestempeld en waar wij dus zeer over waren te spreken. Wij speelden in het Concertgebouw in Amsterdam in het voorprogramma van Procul Harum, die waarschijnlijk niet hun beste dag hadden, want de recensie van Elly de Waard in de Volkskrant van 4 oktober 1973 was vernietigend. Ook recensent Cees Straus in Het Parool liet weinig heel van de wereldgroep met hun hit ‘A Whiter Shade of Pale’, ook van hem kregen wij een goede recensie, maar dat terzijde.

 

Elly de Waard presteerde het ook om alle muzikale grootheden der aarde te interviewen en daar een artikel over te schrijven. Zo gebeurde dat ook met David Bowie. In 1974 werd door de Edisonjury bepaald dat David Bowie voor zijn nummer ‘Ziggy Stardust ‘ een Edison verdiende. In de jury zat, buiten Willem O’Duys, ook Elly de Waard. Zij was overigens verantwoordelijk voor de doorbraak van Bowie in Nederland, zij was de eerste vrouw die iets over Bowie publiceerde, maar ook dat terzijde. David Bowie kreeg in het Amstel Hotel de onderscheiding uitgereikt en er was ruimte voor maar één interview. Het was echter niet Elly de Waard, maar Henk van der Meijden die Bowie mocht interviewen. De Waard was daarover zo gebeld dat zij bij de persconferentie revanche nam voor het leed dat haar was aangedaan. Bij binnenkomst op de persconferentie hing het korte lederen jasje van Bowie over de rugleuning van een stoel. De Waard twijfelde geen seconde en hing haar jas over die van Bowie. Bij het verlaten van de persconferentie heeft zij beide jassen van de stoel meegenomen.

Inmiddels krijgt zij al 40 jaar lang post van Bowiefans die haar vragen om het jasje op te sturen, willen kopen of dreigen het jasje terug te komen stelen. De Waard heeft het jasje op een zeer geheime plaats verstopt, niet bij haar thuis, maar ergens diep weg op een plaats waar niemand het kan vinden. Ik vraag me af of daar misschien nog meer jasjes van popartiesten liggen of hangen. Ik ben al jaren geleden een mooi blauw jasje kwijtgeraakt. Ik weet het niet zeker meer, maar het zou best kunnen dat ik het jasje ná het optreden in het Concertgebouw niet meer heb teruggezien.

Beste Elly, wanneer je dit leest, wil je dan eens in die diep weggestopte kast kijken?

 

Dick Kuin